De jaren voor de oprichting

In 1918, de Eerste Wereldoorlog was voorbij, de vrede in Versailles getekend, was Volendam een stipje in neutraal Nederland. Een betrekkelijke welvaart was er. De vis werd duur betaald. Er is veel hongergeleden. Er was overal brandstofschaarste, maar ondernemend als Volendam was en nog is, bracht de turf uitkomst.
De woningbouw in De Meer tussen de Berend Demmerstraat en de huidige Overste Ludenstraat was nagenoeg voltooid. De nieuwe Meer, het gedeelte tussen de brede C. J. Conijnstraat en de straat bij Bleijs, nu de Zwaardstraat, werd het volgende bouwterrein. Als eerste kwam hier de Schippersgracht. Bruin Sul bouwde er een winkel, Gijsbrechts een herenhuis. De rest volgde. Achter deze huizen lag een prachtig stuk Meer braak als tijdelijk speelterrein.

Wat wist men in die dagen in Volendam van voetbal? Een bal was een kleinood, waarmee meisjes konden kosselen (kaatsballen) of hoedje bal spelen. De jongens vonden aan de bal geen ‘bal’ aan. Want het schieten van een bal, daar had men geen weet van. Op een ochtend zag men in de Meer twee vreemdsoortige geraamten van takken en enige jongens met marine truitjes aan, trappen tegen een bal. Een knaap tussen de latten ving de bal op. Een wel heel vreemd verschijnsel in een dorp als Volendam, dat van dit soort sport geen weet had. Of toch wel? Iedereen had wel eens gehoord dat er in Edam gevoetbald werd. Dat daar Henk en Japie de Geus en een Henk Blankevoort ook voetbalden. Maar dan dacht je zo: dat zijn ‘Grietvermeerden’ (Gereformeerden).”

Het verhaal wil, dat de oorsprong van de voetbal in Volendam aan Gerrit Pelk, de vader van Johan Pelk, te danken is. Als bakkersgezel in Haarlem peddelde hij op zijn fiets dag en dagelijks naar zijn werk. Met een hardfietswedstrijd won hij op een goede dag een echt leren bal. Dus op naar de Meer! Het sprak de jeugd machtig aan. De jongens werkten overwegend op de touwfabriek in Edam in wisselploegen. Men had ’s ochtends of ’s middags vrij. Er ontstond in die dagen een complete voetbalwoede in Volendam. Koning Voetbal had in korte tijd heel de jeugd in zijn ban. De macht van de sterksten liet zich gelden, waar het om het speelterrein ging. Tussen de geïmproviseerde doelen had Victoria, een der vriendenclubjes, de rechten op het trapveldje aan zich toegeëigend. Dat zat de andere ietwat jongere groepen niet lekker. Ruzies en zelfs vechtpartijen bleven niet uit.

De misdienaars hadden van pastoor Van der Weiden een bal gekregen en werden achter het doel gedwongen. Het ging hard tegen hard. Zelfs de grote pastoor daalde wel eens af uit zijn woning, omringd door zijn pupillen van de hoge pastorie om met donderstem wat recht op te eisen voor deze club. De eerste, “echt georganiseerde” club in Volendam bleek ‘Victoria’, met spelers als Pauw en Jan Groot, meer bekend als de Rochels, Rinus Jansen, Anton van Frits Veldhuizen en anderen. In Edam werd al zeven jaar in competitieverband gevoetbald. Met deze spelers werd besloten zich ook bij de voetbalbond aan te sluiten. Een ander clubje dat kort maar kracht leefde was KMD, Klein maar Dapper. Dit speelde waar vroeger de drukkerij van de NIVO stond, aan het begin van de Conijnstraat.

Hein van Pooy was de promotor. Deze had een Tweetje met een stickje erop op de Jodenmarkt gekocht. Hij formeerde om zich heen een heus elftal. Dot was de keeper en was de enige die zich wist op te werken tot topspeler. Er mocht alleen op kousenvoeten worden gespeeld. Bij nat weer alleen op blote voeten. Toen de bal het begaf, stond de club op springen. Gelukkig werd een grote gekleurde bal ‘versierd’ die een meisje in het kleiperk had laten vallen bij het kosselen op een steg. Er rustte geen zegen op… Toen de Muuw een penalty nam, boorde de nagel van zijn grote teen een halfrond gaatje in het zachte rubber. Ze zaten meteen weer in clubnood. Besloten werd een collecte houden langs de huizen. De brutaalste werden uitgezocht om te collecteren ‘voor een arme club’. De offerzin van de bevolking bleek niet groot. De vrouw van kunstschilder Georg Hering was royaal. Zij gaf een kwartje. Maar dankzij haar kwartje en wat losse centen kwam er weer een bal in het veld. Het was echter weer van korte duur. Toen werd ‘de Punt’ afgevaardigd naar Jaap van Zet om een voetbal op afbetaling. Jaap van Zet was later ook bekend als directeur van de Volendammer Schoenenfabriek Nivosch. Hij begon als jong schoenmakersbaasje op een zolderkamertje bij zijn moeder boven aan de Calkoengracht. Hij stimuleerde de voetbalmanie. Klaas de Punt kreeg de nieuwe bal op krediet, af te betalen met 50 cent per week.

De kosten waren fl. 8,50. Het verhaal gaat dat er in ieder geval fl. 4,00 betaald is, maar of Jaap van Zet die andere fl. 4,50 ooit ontvangen heeft, staat niet vast. Want al gauw was de binnen bal lek en waren ze weer zonder bal. En dus in nood. Als reddende engel kwam Jan Pooyer (Gezonde Apotheek), toen jongste  bediende in de voormalige klerenwinkel van Bruin Sul sr. bij drogisterij Conijn. Die wist alles van solutie af en lijmde een plak op de bal. Er kon weer naar hartenlust gevoetbald worden. Hoewel de Spoorbuurt, het Zuideinde en het Zwarte Pad ook jeugd herbergden in die dagen, mag verondersteld worden dat de beginnende voetbalsport de meeste aanhang kende op de Kloosterbuurt en het Noordeinde. Er werd immers vooral gespeeld op het Land van Pelk en bij de Kloosterbuurt. Dat het bij de Pelken geschiedde was geen wonder. Gerrit Pelk was de eerste promotor.

Hij won niet alleen een bal, maar ook voetbalschoenen. Hij was dus de eerste tijd ongenaakbaar. Maar ook zijn broer Hein moet genoemd worden. In Volendammer kleding zit hij op de oudste groepsfoto met de bal in de hand.

Op deze foto is rechts de forse figuur van Jan Guyt (Riedel) te zien. Ook is Dirk Plat (Duks van de Ruiter) te zien. Zijn oudste broer Jan, de oud-wethouder naar wie in Volendam een straat genoemd is, maakte lange tijd deel uit van het eerste en tweede elftal van Victoria (Volendam). Een jongere broer Kees, in die dagen de Slome genoemd, en later Taze, ging ook mee in de voetbalgang. Ook Thijs Bond, te zien op de foto, woonde op het Land van Pelk. Hij was tot diep in de dertiger jaren topspeler van Victoria dat later werd omgedoopt in Volendam. Hij kwamen uit de meest sportieve familie van Volendam. Vader Jaap van Thijssie woonde in een klein huisje in de schaduw van Klaas van Ootje. Zij werden de ‘Sportkousen’ genoemd. Zo was er een Japie, een Jentje, die in Volendam 3 speelde. Dat elftal werd in 1935 kampioen in de reserve eerste klasse van de Diocesane Haarlemse Voetbalbond (DHVB) en promoveerde tot tweede elftal.

Er waren nog jongere broers die van voetballen wisten. Dan was er nog Kees Kras, de Bombay. Zijn broer Jaap van Baap, wiens zoons in de zestiger en zeventiger jaren in Volendam-1 speelden, waren allemaal jongelui van het Noordeinde. Ook woonde er een Jan Bootsman, een vast lid van het Noordeindeteam. In de dertiger jaren was hij jarenlang secretaris van ‘Volendam’.

Op de Kloosterbuurt woonden Kees en Jaap Veerman (Poepies). Kees was een geducht spelertje, Jaap groeide later uit tot een van de mensen die we terecht mogen noemen als de man wiens verdiensten voor het voetbal door geen ander worden overtroffen. Op grond daarvan mocht hij dan ook in 1978 de eerste steen leggen voor het nieuwe onderkomen van de zelfstandig geworden amateurtak van Volendam. Jarenlang was Jaap Veerman hulpscheidsrechter, bestuurslid, secretaris en penningmeester in de schrale jaren. Zijn liefde en arbeid voor de Volendammer voetbal zijn gehonoreerd met het erelidmaatschap.
Al kwam er wat lijn in, een echt goede organisatie was er nog niet. In feite heette het een clubje te zijn rond Anton Veldhuizen, die secretaris was en een sportblaadje uitgaf. Heel Volendam stond op zijn achterste benen toen in een sportblaadje een wedstrijdverslag stond.

Uit deze tijd stamt de anekdote: De eerste wedstrijd die Victoria tegen een Edammer elftal speelde, tegen de z.g. Kaasmarkt, waarin ook enkele EVC’ers speelden, was op een regenachtige middag. De rivaliteit Edam-Volendam was ook toen al hoog en kwam bij die wedstrijd tot ontlading. De stand bleef echter 0-0. Dat gaf geen bevrediging. Na ampele discussies werd besloten dat van elk elftal een speler tegen elkaar zou hardlopen om de winnaar vast te stellen. Volendam koos Pauw Groot en Edam Mooyen, bekend van Gemeentewerken. Onder ondraaglijke spanning liepen de twee van doel tot doel. Pauw verloor met
nageldikte. Hij was gestart op blote voeten. Het zou er de komende tijd nog heel hard aan toe gaan. De voetbaleer van Volendam moest gewroken worden, maar na de Kaasmarkt lag er nog het bastion-EVC.

error: © FotoPersBureau Lezer